Inleiding
Dit is de kadernota 2022-2025 van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Elk voorjaar stelt de gemeenteraad hiermee de kaders vast voor het uitwerken van de begroting voor het komende jaar. Net als vorig jaar heeft deze kadernota een inventariserend karakter en geeft vooral een tussenstand van het financieel meerjarenperspectief.
Via de motie ‘Knaken bij taken’ heeft de raad gevraagd om een reële kadernota op te stellen waarin de tekorten transparant in beeld komen. Deze kadernota is daarvan het resultaat. Niet onverwacht laat deze geen sluitend financieel beeld zien. De raad heeft immers aangegeven de tekorten niet verder op de inwoners te willen afwentelen door verlaging van het voorzieningenniveau en/of door verhoging van de OZB.
De onzekerheden over de rijksmiddelen die de gemeente ontvangt zijn groot. De meicirculaire, die nog niet is verschenen op het moment van het versturen van deze kadernota naar de raad, zal hier meer duidelijkheid over geven.
Bij de besluitvorming over deze kadernota zijn de uitkomsten van de meicirculaire bekend. Op basis hiervan legt het college uw raad scenario's voor om een nadere richting op te halen om tot een sluitende begroting te komen. Een sluitende begroting 2022 is een voorwaarde om niet door de provincie onder preventief toezicht gesteld te worden.
Financiën nog steeds onder druk
Utrechtse Heuvelrug verkeert nog steeds in zwaar weer: de financiële positie van de gemeente staat onverminderd onder druk en is misschien wel ongewisser dan ooit. Dat geldt overigens niet alleen voor gemeente Utrechtse Heuvelrug; Uit onafhankelijke onderzoeken blijkt dat de gemeenten te weinig geld van het Rijk ontvangen om hun taken op een voldoende niveau te kunnen uitvoeren en als gevolg daarvan grote moeite hebben om sluitende begrotingen te kunnen presenteren. Vooral in de jeugdzorg lopen de tekorten steeds verder op. Ondanks de talrijke lobby’s en noodkreten van (groepen van) gemeenten, VNG en provincies vanuit hun toezichthoudende rol, komt het Rijk nog steeds niet met extra structureel geld over de brug. Dit is ook een onderwerp binnen de formatiebesprekingen.
Inmiddels heeft de VNG arbitrage ingeroepen over de tekorten op de jeugdhulp. De uitkomst daarvan is bij het opstellen van deze kadernota nog niet bekend.
COVID-19
De coronacrisis vraagt op alle fronten veel van ieders aanpassingsvermogen. Effecten laten zich maatschappelijk en economisch voelen. De gemeente spant zich op alle manieren in om de dienstverlening op peil te houden en de gevolgen voor de inwoners zoveel mogelijk te beperken. Richting 2022 is de hoop dat de pandemie, mede dankzij het vaccinatiebeleid, bedwongen is. Maar ook dan zullen de gevolgen nog geruime tijd merkbaar zijn. Het Rijk heeft toegezegd reële compensatie te bieden voor de financiële gevolgen van corona, maar of hiermee alle kosten gedekt kunnen worden, is onzeker. De uiteindelijke financiële effecten van de corona-crisis en wat dit betekent voor de begroting 2022 en de meerjarenraming 2023-2025, zijn op dit moment nog niet in te schatten.
De provincie heeft in de begrotingsrichtlijnen 2022 opgenomen dat van gemeenten wordt verwacht dat zij in de begroting een duidelijke keuze maken op welke manier de verwachte financiële effecten in beeld gebracht worden en welke financiële risico’s de gemeente loopt door de corona-crisis. Utrechtse Heuvelrug kiest ervoor om de effecten van corona budgettair neutraal te ramen en risico's op de nemen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Onzekerheden
Aanvullend op de onzekerheden die het gevolg zijn van de coronapandemie en de tekorten die zich nu al manifesteren, hangen er nog meer donkere wolken in de lucht. Voorbeelden zijn de nog ongewisse financiële effecten van het Klimaatbeleid, de doordecentralisatie Beschermd Wonen en de invoering van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb). Maar bovenal laten de voorlopige uitkomsten van de herijking van het gemeentefonds per 1 januari 2023 voor onze gemeente een forse afname van de algemene uitkering zien. Vanwege de grote onzekerheid over de uiteindelijke definitieve effecten van de herijking, wordt vanuit de provincie en een groep van controllers van de 100.000-plus gemeenten geadviseerd om zeer terughoudend om te gaan met het verwerken van de herverdelingseffecten en daarbij het voorzichtigheidsbeginsel te hanteren. De voorlopige herverdeeleffecten laten voor Utrechtse Heuvelrug een afname van de algemene uitkering zien van € 71 per inwoner. Lichtpuntjes zijn dat het, op basis van de extra middelen voor 2021 en de claim van de VNG op basis van het AEF-rapport over de tekorten in de jeugdzorg, in lijn der verwachting ligt dat er structureel extra middelen voor jeugdzorg beschikbaar worden gesteld. De onzekerheid over deze extra middelen is echter nog te groot om hier een bedrag voor op te nemen in het meerjarenperspectief.
Het nieuwe woonplaatsbeginsel Jeugd per 1 januari 2022 kan een fors effect hebben op onze uitgaven voor jeugdzorg. In de loop van de zomer verwachten we een uitspraak over de omvang hiervan. Op basis van een aanname hebben we hiervoor vorig jaar al een voordeel van € 1 miljoen in de begroting opgenomen.
Financiële scan provincie
In het najaar van 2020 is het college ingegaan op het aanbod van de provincie Utrecht om een financiële scan uit te voeren. De financiële scan is een instrument dat inzicht verschaft in de eigen financiële positie van de gemeente op basis van recente jaarrekeningen (in dit onderzoek de periode 2017-2019) en begrotingen (in dit onderzoek de periode 2017-2021), en hoe die positie zich verhoudt tot een aantal geselecteerde vergelijkbare gemeenten. Op 10 mei jongstleden is het rapport aan de raad gepresenteerd.
Enkele bevindingen uit het rapport:
Financiële weerbaarheid
- de reservepositie is zwak door afboeking activa in de periode voor 2017 en negatieve rekeningresultaten vanaf 2017;
- de schuldpositie is zwak door (aanhoudend) relatief hoge schuld, waarbij de genomen maatregelen weinig tot geen effect hebben;
- weerstandsratio is goed, maar risico's lijken laag geschat;
- een grote onbenutte belastingcapaciteit.
Financiële wendbaarheid
- de wendbaarheid is laag door begrote maar nog niet geheel gerealiseerde ombuigingen en omdat er een relatief hoge rentelast vastligt in de begroting als gevolg van de relatief hoge schuld.
Realisme van begroting
In de afgelopen jaren is een groot verschil tussen de begroting (met begrotingsevenwicht) en jaarrekening (negatief jaarrekeningresultaat). Voor onderhoud kapitaalgoederen is gekozen voor een ingroeimodel van onderhoudslasten (betreft vastgoed en openbare ruimte). Mogelijk zijn de begrotingsramingen onvoldoende reëel.
Uitkering gemeentefonds
- in vergelijking tot de geselecteerde gemeenten heeft onze gemeente een lagere uitkering uit het gemeentefonds. De verklaring hiervoor moet gezocht worden in de structuurkenmerken van onze gemeente die gebruikt worden voor verdeling van de uitkering, en die nauwelijks beïnvloedbaar zijn.
In de vergelijking tussen de begrote nettolasten en de uitkering van het gemeentefonds per taak blijkt dat onze gemeente op sommige taken meer begroot en op andere taken minder begroot dan de verdeling van het gemeentefonds aangeeft. Dit komt door lokale keuzes en of specifieke omstandigheden.
Aan de raad wordt een voorstel voorgelegd om te besluiten hoe met de bevindingen en adviezen uit het rapport om te gaan.
De actualiteit van nu
De actualiteit van nu leidt tot het financieel meerjarenperspectief dat is opgenomen in tabel 1.
Ten opzichte van de jaarschijf 2022 in de begroting 2021 komen de belangrijkste verschillen door de jaarlijkse actualisaties inclusief verbonden partijen (€1,3 miljoen) en overige ontwikkelingen (€ 2,5 miljoen), waaronder de effecten van de Omgevingswet, het versterken van het functioneel beheer (cybercrime) en het herijkte Integraal Huisvestingsplan onderwijshuisvesting. De kadernota bevat de nadere uitwerking van deze onderdelen.
In de tabel financieel meerjarenperspectief wordt onderscheid gemaakt in het begrotingssaldo vóór en na correctie voor de incidentele effecten. Dit heeft te maken met het provinciaal toezicht. Uitgangspunt daarin is dat structurele lasten gedekt moeten worden door structurele baten. De provincie toetst dus op het saldo na correctie van de incidentele posten (het materiële saldo).
Tabel 1 Financieel meerjarenperspectief | ||||||||||
(Bedragen x € 1.000; + = voordeel / - = nadeel) | ||||||||||
Saldo beleidsarme kadernota 2022 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | ||||||
1 | Financieel meerjarenperspectief | -3.366 | N | -4.794 | N | -5.236 | N | -4.376 | N | |
2 | Waarvan incidentele effecten | -1.013 | N | -1.827 | N | -590 | N | -790 | N | |
3 | Financieel meerjarenperspectief materieel | -2.353 | N | -2.967 | N | -4.646 | N | -3.586 | N |
Schuldpositie en weerstandscapaciteit
De bovenstaande tekorten (het verslechterd financieel meerjarenperspectief) leiden ook tot cashflowtekorten waarvoor leningen moeten worden aangetrokken. Daardoor verslechtert de schuldpositie bij ongewijzigd beleid. Wanneer wordt bezuinigd om de begroting sluitend te krijgen, neemt de netto schuldquote af voor het deel dat betrekking heeft op de ontwikkeling van het financieel meerjarenperspectief. In de begroting 2022 wordt de schuldpositie in beeld gebracht.